Weelde

8 Februari 2017



Deze tijden doen me denken aan de Franse Revolutie. Aan meer revoluties. Aan álle revoluties. Het ís een revolutie! Want in revoluties gaat het zo: de have nots keren zich tegen de haves. En hoe je het wendt of keert, niettegenstaande wat die arme professor uit Denemarken (rust in vrede), die net zo goed een rijke professor uit Zweden kan zijn, zo precies weet ik het ook weer niet meer, ons in Zondag met Lubach kwam vertellen, dat het het heus meeviel met de wereld, dat er steeds meer middenmoters waren, overal, dat de lat van de echte armoe (die waar je bij in de naar fecaliën stinkende goot crepeert, bedelend om een stukkie brood, haar en huid vol ongedierte), steeds hoger komt te staan - of lager, het is maar hoe je het wilt begrijpen -,

we zijn rijk en ze zijn arm.

 

En ze zullen blijven komen. Daar is niets tegen te doen. Onze eigen (relatief) armen, die in de ogen van de echte armen (die volgens die professor uit Denemarken of Zweden - en misschien zelfs Noorwegen, doe es gek - dus al minder arm aan het woorden zijn, maar daar hebben we in dit betoog - en ook sowieso in het Westen in dit stadium - niet zo veel aan) hartstikke rijk zijn, proberen de toestroom (de revolutie in feite) te dempen, tevergeefs. En ook dát is een revolutie op zich. Onze eigen (relatief) armen keren zich tegen het establishment, tegen degenen die sinds de goddelijke jaren 60 een enorme macht in handen houden, de macht over ons denken, over ons ethiek, kortom, over goed en kwaad.

 

Het enige wat we kunnen doen is voorkomen dat onze keurige hoofden niet in de afvalmand van de guillotine terecht komen.

 

- Aanraders -