Vuurwerk

2 Januari 2012



Mijn zus en haar gezin waren over voor Oud & Nieuw. Ze hadden geen idee hoe we dat hier vierden. Groot was hun verbazing om 12 uur toen de stad ontstak in apotheotisch geknal en gespetter. Zoiets hadden ze nog nooit meegemaakt.

Mijn neefje van 13 was mee, en kon zijn geluk niet op: “Echt? Mag ik echt zelf het vuurwerk aansteken?” Ze hadden nooit van hun leven vuurwerkmateriaal van dichtbij gezien, laat staan aangestoken. Dik een uur is hij in de weer geweest met zijn lont. Zijn vader was ook in de hemel. Dat was toch wel een onuitgesproken jongensdroom die uitkwam.

Toen we klaar waren liepen we naar een groot gebouw in de buurt om de stad van bovenaf te zien. Ik zag de verwondering in hun ogen. Wederom wist ik: Amsterdam heeft het echt heel erg, dat magische. Zelfs een brombeer van 50 jaartjes, cynisch geworden door de tand des tijds, is opeens vrolijk en blij. Wat een spektakel! Bloemen van kleuren, hoog in de lucht, zover het oog reikt. Maar het is meer dan dat. Het is de catharsis. Dat je ziet, hoort, ruikt en weet: miljoenen mensen voelen zich nu, op dit moment, samen met mij, precies zoals ik. Zo duidelijk is dat nergens en nooit. Dat geeft een enorme kick. Een ongekende uitlaatklep voor een jaar in het gareel lopen.

Onder onze hooggelegen observatiepost hebben buurtbewoners een vuurtje gestookt. Ze voeden het met pallets, dansen erom, springen eroverheen. Er zijn trommels, en chanting. Opeens zien we een brandweerauto naderen. Ik zeg tegen mijn zwager: “Nu zul je duidelijk zien hoe Nederlanders zijn. Ze gaan niet ingrijpen.” Mijn zwager is zeker van wel: in Frankrijk zouden ze meteen de brand gaan blussen, al was het maar omdat je anders voor niets die hele wagen uit de stal hebt gehaald. Maar hier gaat het anders: het rode geval komt langzaam aanrijden, en stopt verderop om het gebeuren niet te storen De brandweerlieden stappen uit, doch blijven vlak voor hun vehikel. Ze aanschouwen de boel. Ze kijken elkaar aan en knikken: ze hebben te maken met ongevaarlijke lui. New Age-types, hippies. Beslist geen branieschoppers. Het vuur is midden op een leeg plein aangestoken, er is geen gevaar voor de volksgezondheid. Een brandweerman loopt voorzichtig naar de omstanders en praat met één van hen. We kunnen het niet horen, maar we begrijpen: er worden afspraken gemaakt. Waarna de hoeder onzer veiligheid wederkeert naar zijn collega's, ze allen in hun voertuig stappen en net zo onzichtbaar vertrekken als ze gekomen zijn.

Een subliem voorbeeld van het pragmatisme dat Nederlanders typeert. Wars van machtsvertoon. Uniek in de wereld. Hulde!

Een vrolijk 2012 aan mijn lieve lezers!


Gepubliceerd  op AT5.

- Aanraders -