Opvoeden? Zo!

24 Augustus 2008



De J/M heeft onderzocht dat kinderlozen zich ergeren aan kinderen, en nog meer aan ouders omdat ze die kinderen niet opvoeden. Ik ook. Mateloos. Kan geen kinderen meer zien. Dat had ik niet 15 jaar geleden mijn oudste naar de basisschool ging. Ik vond ze toen wel leuk, de vriendjes en vriendinnetjes. Ook hadden wij toen nog niet het verplichte "spelen" elke minuut van de buiten het leslokaal doorgebrachte uren.

Met mijn tweede nest is mijn afkeer voor kinderen tot hysterische proporties gegroeid. Ik mijd vrienden met kinderen. Ik prop de agenda's van mijn kinderen vol met buitenschoolse activiteiten, om aan het eeuwige mama-mag-ik-met-die-of-die-spelen te ontkomen: je wilt de schoolvriendjes anno 2008 echt niet meer thuis hebben. Ze zijn stuk voor stuk brutaal, ze hebben nooit van hun leven Nee gehoord (zowel, dan hebben ze dat consequent als "Goed zo!" opgevat), ze zijn collectief verslaafd aan suiker en ze komen niet om met jouw kinderen te spelen maar om jou persoonlijk te onderhouden met hun himmelhoge bespiegelingen over het leven en de politiek. Je kinderen naar hùn huis toesturen heeft geen zin: gij zult sneller dan je lief is tot de orde geroepen worden om wederdienst te plegen. Bovendien ben je al een keer middenin de werkdag onder de stromende regen naar school toe gefietst/gelopen/ ge-oveed, je wilt nu naar huis en niet nog eens een uur later, als de storm pas goed op kracht is gekomen, er weer uit moeten.

Dus wat mij betreft hebben de kinderlozen groot gelijk. Of toch niet? Een geïnterviewde bewust kinderloze bestreed het nut van het kweken van een nieuwe generatie werkenden met: "Ik hoef die niet, ik kan uitstekend voor mijzelf zorgen." Ja maar voor hoelang, denk ik dan. Of heeft ze notarieel laten vaststellen dat ze bij de eerste tekens van onmacht geëuthanasieert dient te worden?

Iets waar de kinderlozen zich keer op keer verkijken, is de hoeveelheid werk die in zo'n kind gaat zitten. Ze hebben geen idééée. Ik ben dan ook gestopt met tegenargumenten te voeren aan mensen met minder dan twee zonen (meisjes zijn een stuk minder bewerkelijk, wat de houders van dochters ook bij hoog en bij laag volhouden), maar vooral aan kinderlozen. Ze hebben gelìjk. In hun werkelijkheid hebben ze gelijk. Daar kunt u, ik noch wij allemaal iets aan doen. Ze zijn uitgeslapen, ze nemen hun vakantie wanneer ze dat willen (goshie, in juli is dat soms moeilijk...), ze besteden hun geld aan wat ze ook maar helemaal zelf willen, ze luisteren naar muziek (eenmaal kinderen in huis en de platencollectie verhuist naar zolder, en dat heeft niets met de komst van de CD te maken: je hunkert naar stilte), ze zijn na 22 uur nog buiten te vinden (wij liggen dan uitgeteld in bed). Zij kunnen zich eenvoudig geen voorstelling maken van de zelfopgelegde hel die het hebben van kinderen met zich meebrengt. "Eigen schuld dikke bult." En never the twain shall meet.

Mijn gevoelens jegens kinderlozen blijken dan ook niet gespeend van enige afgunst. Die op zijn beurt vervliegt als ik mijn oude oma bezoek. Druk als zij was met het rondscharrelen in haar landgoederen, kwiek en fit, werd ze op een avond in haar 94ste jaar mooi getroffen door een beroerte. Ze belandde in zieken- en verpleeghuizen, te midden van een handvol "jongeren" van in de 70 (haar eigen generatie is allang uitgestorven) die door de strakke gangen dwaalden, hun lul uit hun pampers trokken en piesten voor de deur van haar kamer. Mijn tante heeft haar uit deze hel getrokken (aangemoedigd door mezelf als verre baliekluiver) en naar huis gebracht, waar ze haar liefdevol verpleegt. "Liefdevol": een opgave waar velen tegenop kijken; maar waar liefde is, is passie, is ruzie, is irritatie. "Liefdevol" is niet "in alle harmonie". Harmonie heb je in het verpleegtehuis. Daar stik je in de 3 R's. Bij mijn oma niet. Mijn tante draait muziek uit "les années folles" terwijl ze de luier van mijn oma omwisselt, ze zorgt ervoor dat mijn oma de tuin kan zien, en ruiken, en horen, en, als ze haar af en toe uit pure wanhoop de nek zou willen omdraaien, de vele kusjes en de tedere aanrakingen maken alles goed. Sinds ik dit aanschouwd heb weet ik dat als je zorg behoeft, je maar beter kinderen kunt hebben, en veel ook: de kans dat er een zich opoffert stijgt dan exponentieel. Maar als je de liefdevolle verzorging waar mijn oma van geniet als overbodige luxe beschouwt, tja, dan hoef je het inderdaad niet voor te doen.

Terug naar de opvoeding. Wat de J/M niet zegt en ook niet ziet, is dat het blad zelf aan de bron is van dat gebrek aan opvoedingszin. Om de haverklap komen er autoriteiten op dat gebied aan bod die een vermanende vinger opsteken: Pas op ouders! Niet schreeuwen tegen de kinderen! Niet autoritair zijn! Geen bevelen geven! Wees consequent! Wees positief! Speel met de kinderen! Wees er altijd voor je kinderen! Sta klaar na school met een kopje thee (meld me aub het eerste kind dat daarnaar snakt). Alijd is het de schuld van de ouders. Per definitie doen ze het nooit goed, want "goed doen" in hun jargon, is ondoenlijk voor de meeste ouders, waaronder ikzelf. Je mag nooit uit je slof schieten, je zult de harmonie ten alle tijden bewaren. Je mededelingen zullen het diplomatieke gehalte van een doorsnee VN-commissaris evenaren. Wat doen ouders vervolgens? Niets meer. Geef ze ongelijk. Maar besef dat dit een vorm van staken is.

Ooit gaf ik me op voor de cursus "Opvoeden? Zo!" van het wijkcentrum. Bij het binnendruppelen van de cursisten voor de eerste les zag je het gezicht van de docent een almaar hopelozere uitdrukking vertonen. Bij het verplichte voorstellingsronde konden wij haar wegdragen: de cursus, in het leven geroepen om de zwakkeren onder ons de basisprincipes van het opvoeden nieuwe stijl bij te brengen, had weer eens een totaal verkeerde doelgroep aangetrokken: een muziekgeleerde, een psychologe, een journaliste, een kunstenares, allen hoogopgeleide blanke, goedbedoelende vrouwen, waarvan het vertrouwen in de eigen (voortreffelijke!) opvoedkunst door de voorlopers van de J/M aan het wankelen was gebracht. De veelwekerige cursus verliep excentriek: we keken naar video's van behoofddoekte moslima's die in krakkemikkig Nederlands hun numereuse kroost in goede banen probeerden te leiden, slaafs de beginselen van het Nieuwe Opvoeden in de praktijk brengend. Kindlief liet een foeilelijk wirwar van nondescripte lijnen zien: "Ohh! Wat mooi!" Kleuter rolde over de grond van woede: liefdevol op de gang zetten, etc... In onze groep ontsponnen zich vervolgens diepzinnige discussies waarbij het aanmoederen van het maken van slechte kunst werd betwijfeld, of over de onbewuste betekenis van humor bij 10-jarigen. We hadden lol. De cursusleidster zat erbij te mijmeren over de ton weggegooid subsidiegeld die ze onmogelijk zou kunnen verantwoorden en trok zich in stilte de haren uit het hoofd.


Als ik een tip zou mogen geven aan beide categorieën, dan de volgende.

Aan de kinderhoudenden: Lees het boek van Bruno Betthelheim (bekend van zijn psychoanalysis van sprookjes maar in het dagelijkse leven gewoon kinderpsycholoog) "A good enough parent", en breng het in de praktijk: je hoeft helemaal niets als ouders, behalve liefde geven aan je kinderen. Je hoeft geen ideaal na te streven. Je hoeft niet te schrikken als de sfeer in huis eens niet op zonnig staat. Je mag fouten maken (ja! echt!). Je mag dus echt wel een beetje opvoeden (en doe het alsjeblieft goddomme eindelijk eens). Zolang je je liefde maar toont. Bruno Betthelheim legt de lat laag. Hij gebruikt de metafoor van de egels: wij zijn egels geworden, die, bang om elkaar te steken, elkaar zijn gaan vermijden. Wij stoppen onze babies in steriele kamers. Wij geven geen petsen meer, maar we knuffelen ook niet, want lichamelijk contact is taboe. De adviezen van de meeste kinderpsychologen komen voort uit hun praktijk van omgaan met uitsluitend pathologische gevallen. Wij zijn niet allemaal randdebielen die hun kinderen dagelijks afranselen. Most of us (en mijn lezers zeker) are good enough parents. Trust me.

Aan de kinderlozen: de peutervrije uren in de winkels zijn: van 13.30 tot 15.30 uur, en van 17.00 tot 22 uur.




.

- Aanraders -