Nieuw land, drijvend land

10 Februari 2009



Afgelopen zaterdag was ik in het oude Volkskrantgebouw op de lancering van de biografie van Robert Jasper Grootveld. Aan het einde van een nauwelijks vol te zitten rit, kwamen wij, de piepschuimers, het podium op om te vertellen over onze eilanden. "We maken nieuw land" zeiden we. "Drijvend land."

Robert Jasper Grootveld is er in de late jaren '70 mee begonnen. Provo was al lang en breed vergeten en Jasper was ondertussen huisvader geworden. Zijn vrouw was programmamaakster bij de Vara, hij voedde hun dochtertje op. Hij zat vaak aan boord bij een vriend en zag dag in dag uit dezelfde smurrie aanspoelen: lege plastic flessen, lekke voetballen, jerricans, ondefinieerbare objekten... Die schuimende viezigheid kwam steeds weer de plek tussen wal en schip vullen. Weghalen had geen zin: ergens in de stad werd het opnieuw aangemaakt en kroop het ongenaakbaar zijn kant op. Wie aan of op het water heeft gewoond kent de griezelige opdringerigheid van drijvend afval. Jasper dacht: ik ga daar iets mee doen. Hij begon het te verzamelen, er pakketjes van te maken, bundels. Hij bond het aan elkaar vast, sjorde er fietsbanden tussen. Gaandeweg ontstonden bizarre gedaantes die steeds verder uitdijden. Al dat drijvend afval bleef drijven, die skeletten werden dikbuikige eilanden. Drijvende eilanden, gemaakt uit drijvend afval.

Al gauw ontdekte Jasper dat piepschuim het beste bleef drijven. Na jaren van geëxperimenteer verfijnde hij zijn techniek, tot de methode die hij noemde "Soft Building". Hij maakte eilanden van piepschuim, aan elkaar gebonden met veel touw. Geen schroef noch spijker want "van ijzer word je niet wijzer." Alleen soepele materialen, die meegeven met het sterke water: "de kracht van zacht, de kracht van veerkracht." Op die eilanden bleek de natuur welig te tieren. Gras en wilgenbomen, het groeide er van zelf, en maakte dat die kunstwerken met de tijd uit zichzelf steeds mooier werden _ iets wat je niet van boten kunt zeggen.

De twee mannen en twee vrouwen die zaterdag in het Volkskrantgebouw spraken, zijn leerlingen van hem. We houden de traditie van de softbuilding in ere. Na te hebben geluisterd naar de verhalen die verteld werden kreeg ik een fantastisch idee: Nieuw land op het petflessenkerkhof.

In de vroege jaren '80 waarschuwde Jasper al voor het grote wassen des waters dat komen ging. In die tijd had niemand het erover. Dat was immers ver voor het Al Gore-tijdperk. Het publiek lachte Grootveld dus medogenloos uit. "Waar is hij nou weer mee bezig?" Nu dat wij wat betreft de grote golf iets wijzer zijn geworden, kijken wij met nieuwe ogen naar zijn 20 jaar lange ervaring met het maken van drijvend land, en zeg ik: Maak nieuw land van het drijvend afval in de oceaan! Daarginds waar het dobberende vuil van de hele wereld bij elkaar komt aanspoelen, en een deken vormt van continentachtige proporties... Daar moeten wij zijn, de Piepschuimers. Wij moeten net als Grootveld destijds dat afval gaan samenbinden in een reuzachtige pannekoek en daar vruchtbare aarde op storten. Het zal gaan groeien en bloeien. Een heel nieuw continent. Een prachtig paradijs dat zachtjes deint op de weidse oceaan.

Daar kun je vervolgens heel Nederland op huisvesten en klaar ben je met de hele problematiek van het stijgen van de waterspiegel. Zo, nu dat ik mijn briljante steentje aan het oplossen van het wereldleed heb bijgedragen ga ik eens flink zitten genieten van mijn eigen genialiteit. Morgen zal ik wakker worden en zoals gewoon naar mijn werk sjokken, en zoals gewoon zal niemand naar mij luisteren, wat ik ook zeg. Precies zoals Robert Jasper Grootveld de afgelopen twintig jaar. Les grands esprits se rencontrent.





.

- Aanraders -