Lof der Loser

25 November 2008



Ik kan het woord loser niet meer horen.

Toen ik jong was en deze benaming nog niet uit de VS was overgewaaid, wemelde het van zulke types in Amsterdam. Het waren gezellige jongens en meisjes, mannen en vrouwen, en ook bejaarden, die niet voor de heb gingen, maar hun leven in het teken van relaxed en easy zagen. Ik, komende uit snelle maatschappijen elders in de wereld, vond het een verademing. Ze waren doorgans best intelligent en/of getalenteerd. Ze hadden alleen geen zin in de ratrace en wat ambitie met je doet. Het leven tussen hen was bijzonder aangenaam. Zelf hoefde je dan ook niet zo veel: iedereen was straatarm. Je gevoel van geluk hangt toch vaak samen met wat de buren hebben. "Keeping up with the Jones" cq we passen onze consumptiedrang aan wat de buren hebben, kopen en doen. In mijn jeugd was mijn vriendenkring bevolkt met figuren die sterk op Jeff "The Dude" Lebowski leken. Geheel in stijl, eigenlijk, met wat van ons allemaal verwacht wordt in het kader van CO2-reductie en milieubescherming (al blijkt dat lijnrecht tegenover de behoeftes van een gezonde economie, heb ik zojuist van Maria van der Hoeven begrepen, die ons wil laten kopen-kopen-kopen). Het doet dan ook pijn als deze lieverds tegenwoordig met loser aangeduid worden. Het maakt mij bang voor de toekomst als mijn kinderen niet meer simpel van het leven zullen kunnen genieten met een minimum aan hebbedingetjes zonder dat dat vieze etiquet op hen geplakt zal worden.

Een heleboel van mijn vroegere vrienden leefden van een uitkering. Niet allemaal: de echte "Dude" laat zich niet subsidieren door de overheid. Die sprokkelt wat bij elkaar dmv een minimumbaantje en reduceert zijn levensstijl tot the bare necessities. De rest deed een beroep op de Sociale Dienst. Ik heb dat altijd als een zegen beschouwd. Want hoeveel kostten zij nou de burgerlijke burger? Zijn de belastingen sinds het genadeloos aanscherpen van de toelatingseisen nou zo drastisch gekeldert? Ik dacht het niet. Destijds werd dus voor een habbekrats een leger aan nietsnutten minimaal in leven gehouden. Een ideale oplossing. Typerend voor het pragmatisme van de Nederlander dat ik zo bewonderde. Als werkgever moet je daar toch niet aan denken dat je lui in dienst hebt die totaal geen werklust aan de dag tonen? Toen ik voor het eerst voet zette in Nederland, en mij verbaasde over de afwezigheid van overlast gevende (allocht...) jeugd, placht ik dit toe te schrijven aan het uitkeringstelsel. Ik dacht nog: "Geef alle Franse Noord-Afrikanen een uitkering, legaliseer wiet en hash en je hoort niemand meer piepen." We hadden daar toen al (25 jaar geleden), in tegenstelling tot de situatie in Nederland, namelijk volop last van groepen slecht opgevoede jongens op straat.

Ik durf dit niet meer te denken. Er is een generatie binnengekomen die grondig misbruik van de situatie zou doen. Nix rustig thuis jointjes roken. Thuis is er, waar hun kamer zou moeten staan, een pronksalon voor het scharse bezoek van de ouders. Thuis worden hun vrienden niet getolereerd. Dan maar buiten. En dan ook maar op een onaangename manier dealen, je hebt toch tijd zat. En voorbij lopende meisjes nasissen "Hoer! Hoer!" Zij vervelen zich en zullen het ons laten weten ook. Het uitkeringstelsel noch het gedoogbeleid van weleer zijn aan hen besteed.

Nee. De relaxed jaren van mijn jeugd zijn onherroeppelijk voorbij. Het voelt als een gemiste kans.



.

- Aanraders -