Interview met Oud Zeikwijf

24 September 2012




Marvin de Reuver interviewde uwe Ouwe Zeikwijf in 2010 voor 'Blog in the picture'. De rubriek is sinds kort offline, daarom deze herpublicatie. Een beetje gedateerd, dat is waar. 

  1. Wie ben je en wat doe je?

De naam is Oud Zeikwijf. Ik organiseer het Blogbal, het equivalent van het Boekenbal, maar dan voor bloggers. Voor literaire online teksten, eigenlijk.

  1. Hoe lang heb je de blog al en hoeveel bezoekers heb je gemiddeld per dag?
Ik heb meerdere blogs, waarvan 2 onder de naam Oud Zeikwijf: Oudzeikwijf.com
en blogbal.nlOnline columns schrijf ik sinds 1998. Oudzeikwijf.com ben ik in 2007 gestart, en blogbal.nl in maart 2010. Alles wat ik schrijf wordt echter eerst op andere sites gepubliceerd, waar ik geen zicht op heb. Oudzeikwijf.com is een archief daarvan geworden. De lezersaantallen zeggen daarom niet zoveel meer. Het merendeel leest mij toch op andere sites, zoals AT5.nl en Nurks, Zeiken bij Oud Zeikwijf en een enkele op Kutbinnenlanders.nl. Als je perse cijfers wilt hebben: vorige maand is het aantal hits per dag geschommeld tussen de 20 en de 3000. Dat zegt echter niet veel over het werkelijke aantal lezers. Als je het hebt over publicitaire doeleinden, daar heb ik geen zin an, en daarom zal ik ook geen moeite doen om het aantal hits te vergroten.

  1. Waarom heb je voor het onderwerp van je blog gekozen en wat is het doel van je blog?

Laat ik het over Blogbal.nl hebben. Dat idee is in maart 2010 ontstaan, in de week voorafgaande het Boekenbal. Ik las al jaren literaire teksten online, en wist wat er te vinden was. Ik was dan ook zeer te spreken over het aanbod. Het beeld dat de media van het Boekenbal in het collectieve bewustzijn plantten kon mij opeens niet meer bekoren. Ik zag keer op keer een Kluun of een Van Royen, leuke aardige schrijvers daar niet van, maar het gevoel bekroop me steeds meer: “Als zij literair zijn, dan zijn we dat ook.” Dat gevoel ging niet meer weg. Dat was het startpunt. Er moest een Blogbal komen, een avond om de beste online schrijvers van het land in de schijnwerpers te zetten, om ze te bedanken voor het gratis leesplezier. Synchroon met het Boekenbal, en ook aan het Leidseplein. Vele schrijvers bloggen ook, zij kunnen zodoende hoppen van het ene bal naar het andere.

  1. Waarom ben je begonnen met bloggen?
Dit wordt een lang verhaal. Wil je de korte of de lange versie?

4 bis. De lange graag.

Oké dan. Ik heb altijd al geschreven als hobby. Ik hoef er mijn geld niet mee te verdienen: dat scheelt enorm, dat geeft me een grote vrijheid. Die keuze heb ik ooit heel bewust gemaakt, in een gesprek met mijn vriendin de Broodschrijver. We hebben toen de taken verdeelt: zij verdient haar geld mee, ik ben een artistieke schrijver. Ik zorg dat ik een day job hou en schrijf wat ik wil in mijn vrije tijd.

Het zal pedant klinken, maar ik ben een geboren schrijfster. Zo eentje die zichzelf heft leren lezen en schrijven voordat ze op school terechtkwam, eentje waarvoor de docenten in opstand kwamen omdat ze de beta richting koos, eentje die zich kon permitteren om bij tentamens de opgelegde thema's te negeren: ik schreef zo goed dat ik toch altijd genoeg punten kreeg. Bij het presenteren van mijn eerste scriptie (bedrijfseconomie) huilden de docenten van het lachen. Ik had het reilen en zeilen op een Europcar filiaal in Ajaccio beschreven – dankbaarder materiaal is er niet. Ik kreeg de beste cijfer dat ze ooit hadden gegeven, en heus niet vanwege het wetenschappelijk niveau. Ze hadden namelijk decennia van het saaiste papierwerk achter de kiezen, het was de allereerste keer dat een scriptie ze deed lachen.

Toen ik 17 was begon ik aan een roman. Ik kreeg al gauw door: dit is niet zoals het moet. Dit voegt niets toe aan het algemeen belang. In het papieren tijdperk best een drama voor een beginnend schrijver. Ik vond dat de lezer iets aan mijn schrijfsels moest hebben, dat hij daar iets van moest opsteken. Hoe moest ik dat oplossen? Door non-fictie te schrijven. Ik moest een leven vol Avontuur & Romantiek gaan leiden, en daarover schrijven. Dat was mijn plan. Ik heb woord gehouden. Bij elke turning point heb ik de weg van de meeste weerstand gekozen. Er is nu materiaal voor 4 of 5 romans in dit vrouwenlijf.

Toen ik na jaren omzwervingen eens terug naar mijn puberkamer ging, vond ik er slechts een grote kist, die ik klaar had gezet voor ik de wereld ging verkennen, op zoek naar Avontuur & Romantiek. In de verwachting oude geschriften van mij te vinden draaide ik de sleutel en lifte ik de deksel. Wie schetste mijn verbazing toen de kist vol bleek met lege A4-tjes! Een kist vol lege A4-tjes en een doos pennen; dat was wat mijn opgroeiende ik aan de volwassen versie van mezelf had gegeven. Het was een van die momenten in je leven wanneer de grond onder je voeten wegzakt en je contact maakt met iets groots en geheimzinnigs. Ik stond oog in oog met mijn vroegere ik, een meisje, dat mij een cadeau gaf, een cadeau en een opdracht. Alsof zij wist dat ik zou kunnen stranden, alsof zij voelde dat ik aanmoedigingen nodig zou hebben: “Vergeet wat je geschreven hebt. Schrijf!” Ik kreeg een hartverscheurende eerbied voor dat meisje, dat ik zelf was.

In een van mijn studies was ik Sei Shõnagon tegengekomen, een fabuleus intelligente schrijfster uit het oude Japan. Zij schreef columns, was waarschijnlijk de allereerste columniste ter wereld. Ik had meteen door: dit is mijn genre. Dat was vóór het internettijdperk. Ik zat toen middenin een proces van op eigen houtje (zonder cursus) omschakelen tussen Engels en Frans (doorspekt met Japanse en Chinese karakters) naar zuiver Nederlands, wanneer ik niet meer schreef. Want als ik dat deed, dan kwamen er op dat papier 5 talen door elkaar. Toen dat langdurige (20 jaar!) en moeizame proces een eind op weg was opperde mijn vriendin de Amerikaanse schrijfster Julie Phillips als eerste dat ik een weblog zou beginnen. Dat leek me niets. Ik had er een beeld bij van niet bijster ontwikkelde moedertjes die op een achtergrond van fladderende vlinders het wel en wee van hun kroost beschreven.

In 1998 ben ik gevraagd als columniste voor een grote website op mijn vakgebied. Na een paar jaar werd een stuk geweigerd omdat dat te intellectueel was. Toen ben ik begonnen voor mezelf, doch nog steeds voor mijn branche. Tot mijn oudste zoon mij op zijn verjaardag een weblogstek cadeau gaf op Blogger: Oud Zeikwijf. Ik begon mijn schrijfsels erop te tikken, en verhip! Het werkte. Het was precies wat ik wou. Julie had dus gelijk. Het heeft me veel voldoening gebracht.

  1. Wat vind je zo leuk aan het bloggen?

De vrijheid. Het kapitalisme zegeviert overal maar het www is nog steeds van het volk. Halleluja!

  1. Waar haal jij je inspiratie voor nieuwe artikelen vandaan?

Voor AT5 moet ik over Amsterdam schrijven. Elke keer dat ik de straat op ga krijg ik weer een verhaal binnen. Zoals vanmorgen: een kleutertje in de Vomar: “Ben jij mijn mama?” vraagt hij zijn moeder. De moeder: “Ja, ik ben je mama.” Geen overbodige vraag van dat kind, toch? Best slim dat hij dat even checkt. Dat kan de aanzet zijn van een verhaal. Of dat ik uit de tram wil stappen en naast de deur een prachtige neger zie zitten met een enorme zonnebril op en een uitstraling van hier tot Tokio. En dan aan mijn portemonnaie denk, die ik in de aanslag heb om uit te checken. Dat ik me dan primair verman: “Foei foei, OZ, wat een lelijk vooroordeel!” Maar dat ik me realiseer dat ik aan de portemonnaie dacht via een omweg, namelijk via een optreden van de komiek Dave Chapelle, die hilarisch vertelt hoe hij niet eens de politie kan bellen als er bij hem ingebroken is, zonder dat de flikken HEM verdenken. Dat IK die associatie niet heb met de donkerdere medemens. Zo'n vooroordeel heb ik namelijk echt niet. Marokkanen, die zouden pas mijn portemonnaie pikken. En als ik dan hardop in de lach schiet, dan heb ik een column.

  1. Hoe maak jij het bloggen voor jezelf gemakkelijk en leuk?

Bloggen IS gemakkelijk en leuk, dat zal iedereen die blogt tegen je zeggen. Maar goed, ik begrijp waar je heen wilt. Voor het schrijven zelf hoef ik geen moeite te doen. Ik heb een schrijversstem in mijn hoofd, die alles wat ik zie synchroon vertaalt in proza of poëzie. Zet een toetsenbord onder mijn vingers en klaar is Kees. Het vloeit vanzelf uit me, als het ware, alsof ik geplugd was in een grote reservoir ergens. Wat ik wel moet bewaken, is de toon van mijn stukken. Ik probeer die luchtig en vrolijk te houden. Dat gaat niet vanzelf, want ik heb een Russische ziel: vol pathos, zwaarmoedigheid en lyriek. Wat ook niet vanzelf gaat is vlekkeloos Nederlands schrijven, er zit nog steeds een Franse slag erin: mijn woordvolgorde is niet altijd in orde, om maar iets te noemen. Gelukkig heb ik eindelijk de “redacteuren van mijn leven” bij AT5 en bij Nurks, die het voor mij stukken relaxder maken. Wat ik ook aanlever, ze maken daar elke keer iets briljants van. De zorg van alles driedubbel checken is van me weggevallen. Pure luxe. Ik had wat dat betreft de hoop opgegeven. Maar soms zijn de mensen die je moet hebben nog niet geboren, en moet je daar even op wachten.

  1. Wie zijn jouw grote (blog)voorbeelden?

Wat de niet-bloggers betreft: Sei Shõnagon, dus, en Fay Weldon. Wat de bloggers betreft: Mil Millington, Oxysept, Kippfest, Paddy van Panzerfaust en Sylvia Witteman. Zij hebben de humor die ik begrijp en bewonder, en die ik in mijn stukken wil. Ik ben een entertainer namelijk. Ik moet en zal entertainen. Kippfest, om maar meteen de geniaalste te noemen, kan mij uit de diepste dalen halen. Hoe “klote” het leven ook is, ik schiet spontaan in de lach als ik zijn stukken lees, tot schuddebuiken aan toe. Niet de gruwelijke trouwens, daar kan ik niet tegen. En zijn vuvuzelamuziek... maar dat valt buiten het kader van dit interview.

Iedereen dacht waarschijnlijk dat ik Molovich zou noemen. Maar Molovich en ik zijn geen voorbeelden voor elkaar. Ik bewonder Molovich mateloos, vind hem de grootste schrijver van dit moment. Maar ik kán hem niet als voorbeeld nemen. Er is een karmische short cut die dat overbodig maakt.

  1. Wat is het leukste dat je tot nu toe hebT (MEE?)gemaakt dankzij je blog?

De zielsverwanten die ik heb ontmoet.

  1. Welke tip(s) wil jij andere bloggers meegeven?

Schrijven is mij niet op een presenteerblaadje gegeven: veel tegenwerking gehad, niet in de laatste plaats vanwege het switchen van taal. Ik was al jaren gestopt toen ik de film "Finding Forrester" zag. Daarin coacht een oude schrijver een jongeman uit de Bronx. Toen ik de zinnen:
"You do the first writing with your heart, the second with your head. The first key to writing is: writing."
hoorde, heb ik een pen gepakt en ben niet meer gestopt. Je kan zeggen dat Sean Connery met die woorden de sleutel in mijn hart heeft gedraaid. Mijn tip aan beginnende schrijvers is dus: bekijk die film en volg de aanwijzingen.

  1. Wat heb je in al die tijd dat je blogt geleerd?

Ik heb veel geleerd van de Hoi Oligoi, zoals ik ze noem, mijn eerste lezers. Jarenlang schreef ik voor een select publiekje, ik was wars van bekendheid. Zij hebben mij uit mijn veilig coconnetje gehaald, met geweld zou ik bijna zeggen, want ik stribbelde bij elke stap vreselijk tegen. Zo maakte Bob (Hollander in Duitsland) buiten mij om de fansite “Zeiken bij Oud Zeikwijf” waar je wel reacties op mijn stukken kon plaatsen. Ik kroop telkens weer in mijn schulp, schreef weken niet als ik een reactie kreeg. Zij hebben mij stapje voor stapje en met veel liefde geleerd om me open te stellen voor vreemden, ze hebben mij klaargestoomd voor het echte werk. Ik kreeg eelt op mijn schrijversziel. Toen AT5 mij vroeg was ik klaar. Destijds zag ik zelf niet in waarom ze perse wilden dat ik die omslag maakte, achteraf ben ik ze immens dankbaar.
Ik kijk het kunstje nu af van Hadjar Benmiloud. Zij is ook een subversieve vrouwelijke columniste die daardoor soms gemene reacties krijgt, en daar met elegantie mee omgaat.

Wat het Blogbal betreft: ik heb geleerd dat subsidiegevers niet om kwaliteit geven. Dat was best een eye opener. Ten eerste hoe fantastisch je als kunstenaar ook bent, je zult toch hun formulieren moeten invullen. Dat is een vak apart geworden, waar je specialisten voor inhuurt. Die specialisten zeiden vervolgens tegen mij: “Maak er een wedstrijd blogschrijven voor kansarme allochtone kinderen van, dan pas maak je kans om subsidie.” Zij gingen stuk voor stuk voorbij aan de essentie van het Blogbal: dat de kwaliteit er al is. Dat die zomaar gratis voor het oprapen ligt, maar dat het grote lezerspubliek dat nog niet weet, of de weg nog niet kan vinden. Dat die kwaliteit belangeloos is neergezet door honderden schrijvers. Dat je die prestatie die je als landje neerzet als overheid mag erkennen, onderkennen en belonen, eens in het jaar.

  1. Welke blog moet ik volgens jou de volgende keer in deze rubriek in het zonnetje zetten?

NURKS natuurlijk! De bloemlezing van de beste online teksten!

- Aanraders -